Abstract expressionisme | 1945-1970 | Non figuratieve kunst | Beïnvloed door kubisme, expressionisme, surrealisme |
Action painting | 1945-1955 | strepen | Pollock, de kooning |
Colorfield painting | 1950-1960 | kleurvlakken | Motherwell, kline, rothko |
L’art informel | 1945-1960 | Tachisme, lyrische abstractie, l’art brut, materieschilderkunst, cobra | Manessier, wols, bazaine, soulages, hartung, debuffet, appel, jorn, fautrier |
Post painterly abstraction | 1955-1965 | Ratio, overgangen kleurvlakken | Noland, ollitski, morris louis |
Hard edge | 1960-1970 | Verstrakte kunst, harde overgangen | Noland, gene davis, kelly |
Shaped canvas | `1965-1970 | Gevormd doek | Stella |
Op art | Jaren 70 | Optical, optisch | Vasarely, riley |
Pop art | 1955-1975 | consumptie | Hamilton, blake, allen jones, joe tilson, allen jones, Rauschenberg, jasper johns, Warhol, Lichtenstein, wesselman, mel ramos, larry rivers, George segal, |
Nouveau realism | eind50-75 | kritisch | Yves klein, arman, cesar, christo, tinguely, niki de saint, spoerri, rotella, |
Fotorealisme | 1970-nu | Vervolg pop art, foto naturalisme | Chuck close, don eddy, richard Estes, Ralph goings, ken darby, franz gertsch, john salt, dieter, peter klassen, gerard richter, antonio Lopez, duane hanson, ron mueck |
Minimal art | 60-70 | Intellectueel | Carl Andre, donald judd, robert morris, tony Smith, richard Serra, walter de Maria, sol le witt, dan flavin, |
Environment en installaties | 60/70-nu | tijdelijk | Schwitters, kienholz, Oldenburg, fabro, Mario merz, Janis kournellis, louise bourgeois, alice aycock, tadashi, armajani, ilja kabakov, Robert filou, Thomas virnich, nikolaus lang, Christian boltanski, kusama, nancy graves, kiki smith, Robert gobet, schult. |
Land art | 1970-nu | Divers, grootschalig | Richard long, Andrew rogers, andy Goldsworthy, Smithson, walter de maria, Michael heizer, christo, morris, jan dibbets, marinus boezem, dennis openheim, james turrel |
Happenings en performances | 1960 1970 | democratisering | Kaprow, ann halprin, Klaus rinke, gun, carolee schneeman, vostell, Robert morris, jim dine, beuys, schult, vito acconi, chris burden, ger van elk, gilbert en George, brus, abramovic, gina pane, schwarzkogler, Hermann nitsch |
Concept kunst | 60,70,80.90-nu | Idée | Marcel Duchamp, Manzoni, christo, on kawara, kaltenbach, morris, sol le witt, chris burden, peter kuttner, walter de maria, Damien hirst, martin creed, |
Architectuur na 1945 | Le Corbusier, lynn smith, van den broek, nervi, frank Lloyd wright, Saarinen, utzon | ||
Brutalisme | |||
Modernism | 1945-nu | Recht toe/aan | Mies van der rohe, neutral, d. perrault, frei otto, piano en rogers, pei, foster, schuurman, |
Ecologische architectuur | Hundertwasser, Louis le roy | ||
Postermodernisme | 60-nu | ouderwets | Venturi, meier, Moore, johnson, rossi, stirling, graves, |
deconstructivisme | Vanaf 80 | Niet stabile | eisenman, frank o gehry, coop himmelblau, tschumi, zaha hadid, rem koolhaas, libeskind, |
Abstract expressionisme 1945-1970Verwijzing naar non figuratieve kunst. FR en DL waren daar al mee begonnen, uitdrukking geven aan je innerlijk gevoel. V.S speelt voor de eerste keer een grote rol in de kunst. kunstenaars uit europa gaan naar de V.S door wo2, achterblijvende economie. Guggenheim had een atelier in V.S en ontfermde zich over deze kunstenaars (ver) kocht hun werken.
Action painting 1945-1955
De eerste stroming onder het abstract expressionisme. Strepen.
Colorfield painting 1950-1960kleurvlakken.
L’art informel 1945-1960Er is een vergelijking tussen de franse en Amerikaanse kunst en bracht die werken ook samen.
Tachisme: color field painting. Lyrische abstractive: drippings. L’art brut = terug naar de wortels van de beeldende kunst bijvoorbeeld kindertekening. Materieschilderkunst = zoektocht meest essentiële van de beeldende kunst. bijv. verf. Cobra: copenhangen, brussel, amerika op zoek naar kinderlijk schilderen.
Postpainterly abstraction 1955-1965Kunst gebasseerd op ratio, je kijkt naar ordening. De overgangen van kleurbanen gaan geleidelijk = diffuus.
Hard edge – 1960-1970
Verstrakte kunst, invloed Mondriaan wordt groter, harde overgangen.
Shaped canvas 1965-1970
Doek is uitgeknipt, ruimte bij het doek wordt belangrijk. (dit mondt later uit in installaties) de wand wordt deel van het kunstwerk.
Op art – jaren 70
Optische kunst
Pop art 1955-1975
Beeldtaal van de consumptiemaatschappij = elke jaar iets meer geld verdienen, meer uitgeven, afvalberg groter. Het is kritiekloze kunst. meeste kunstenaars komen uit de reclame wereld. Het zijn losstaande beelden zonder overgang. Populaire kunst voor het volk.
Nouveau realisme eind jaren 50 – 75
Kritisch tegen de maatschappij, is een franse stroming waar Yves Klein de motor.
Foto realisme 1970-nu
Moet eigenlijk foto naturalisme heten. Realisme = 19de eeuw verschijnsel, duidt op kritische houding. Ellendige … laten zien. Geen kritische stroming, daarom vervol op pop art. Zelfportretten om de ik cultuur te laten zien, uitsneden omdat foto’s worden gebruikt, airbrush technieken voor een anonieme hand.
Minimal art jaren 60-70
Intellectuele kunstvorm die terug wil naar het oorspronkelijke, minimale uitgangspunten: materiaal, formaat, compositie, kunstwerk plus toeschouwer.
Environment en installaties 60,70-nu
Tijdelijk karakter. Meestal voor een tentoonstelling. Ruimte wordt tot kunstwerk gemaakt. Persoonlijk leven van de kunstenaar vaak in die ruimte geportretteerd. Democratisering van de kunst. toeschouwer krijgt belangrijke rol
Land art 1970-nu
De consumptie maatschappij heeft veel nadelige gevolgen voor het landschap. Kunstenaars maken zich zorgen. Josef boisch richt politieke partij op die gericht is op het beschermen van de natuur.
Happenings (1960) en performances (1970)
Kunstenaar heet behoefte om publiek bij het kunstwerk te betrekken. Happening = kunstenaar zegt publiek iets te moeten doen Performance = tentoonstellen van het lichaam van de kunstenaar
Concept kunst 60-nu
Gaat niet om wat er gemaakt wordt, maar het idee. De uitwerking volgt ook vaak niet. Tautologie = verschillende werkelijkheden, stoel, foto stoel, woordenboek stoel.
Architectuur na 1945
Modernisme 1945-nu
recht toe, recht aan afzien van overbodige details en decoraties.
High tech 60-nu
Invloed techniek, slim denkende systemen wordt steeds belangrijker. Functie van high tech gebouwen herken je niet snel ze zijn Multi functioneel.
Postmodernisme 60-nu
Wil terug naar periode voor het modernisme, naar eerdere bouwperiodes.
Deconstructivisme 80-nu
Het lijkt instabiel.
BOEK:
Aantekeningen boek Lora Schuringa DBKV 1B
Eigentijdse kunst
De uittocht van intellectuelen en kunstenaars uit europa naar amerika in de jaren dertig was symptomatisch voor dit dreigend verval. Tal van belangrijke bauhaus architecten en ontwerpers verlieten europa (gropius, mies van der rohe, marcel breuer, ludwig hildesheimer, nagy, Josef) na de val van frankrijk in 1940 arriveerde uit parijs een nieuwe stroom vluchtelingen, onder wie schilders en beeldhouwers die tot de blenagrijksten van hun tijd behoorden. Mondriaan, gabo, max ernst, dali, chagall enz, die zich in new york vestigden.
Abstract expressionisme
De newyorkse schilders van zich deden spreken, vormden geen beweging. Oppervlakkig gezien lijken zij weinig gemeen te hebben. Zij hadden geen programma, publiceerde geen manifesten. Maar allen hadden zij het gevoel in dezelfde problematische menselijke situatie te verkeren. J
Voor de action painters telde alleen de daad van het opbrengen van de verf op het doek en dat bracht hen tot abstractie. Zij drukten niet hun gevoelens of gewaarwordingen uit, maar voeren die op voor het doek.
Pollock en De Kooning
Pollock worstelde met zijn onvermogen om zich de traditionele technieken eigen te maken. Deze strijd wilde hij naar buiten brengen. Ezep, palet en penselen liet hij voor wat ze waren en hij begon de verf direct op het linnen, dat als een stuk zeildoek op de grond lag uitgespreid, te druppelen, te gieten, te spetteren en te gooien.
De kooning was de enige die op zekere hoogte figuratief zou blijven werken en zelfs de menselijke figuur tot een hoofdthema zou maken. Zijn schilderijen zijn hard en agressief. Vaak nogal rauw van kleur bovendien zijn ze nooit helmeaal abstract.
Franz Kline begon aan het eind van de jaren 30 stadsgezichten van new york te schilderen. Hij schilderde zijn ervaringen.
Still en Rothko
Brief aan de new york times:
wij zijn voor de eenvoudige uitdrukking van de complexe gedachte. Wij geven de voorkeur aan het grote formaat omdat daaruit het ondubbelzinnige spreekt. Wij wensen het beeldvlak in ere te herstellen. Wij zijn voor vlakke vormen omdat zij de illusie verstoren en de waarheid onthullen. Wij verklaren ons geestelijk verwant aan primitieve en archaische kunst. ( Still, Rothko, Adolph Gottlieb)
wij zijn voor de eenvoudige uitdrukking van de complexe gedachte. Wij geven de voorkeur aan het grote formaat omdat daaruit het ondubbelzinnige spreekt. Wij wensen het beeldvlak in ere te herstellen. Wij zijn voor vlakke vormen omdat zij de illusie verstoren en de waarheid onthullen. Wij verklaren ons geestelijk verwant aan primitieve en archaische kunst. ( Still, Rothko, Adolph Gottlieb)
Still maakt grote assymmetrische geplaatste, gerafeldevlakken of vlakformaties. De verf is zo dik in grote plasssen kleur opgebracht dat het oppervlak als een relief bewerkt kan worden. Wat vaak het geval is. De vormen doen gewoonlijk denken aan gelooide dierenhuiden.
Mark Rothko werd in rusland geboren en emigreerde in 1913 met zijn ouders naar de V.S. hij was net zo’n melancholieke mensenhater als Pollock en Still. Zijn werk is indrukwekkend van formaat, zachte zwevende wolkachtige vormen met rafelige contouren vullen bijna het hele vlak van zijn schilderen.
Post-painterly abstraction
In de vroege jaren 60 was het abstracte expressionisme over zijn hoogtepunt heen en veranderde het artistieke klimaat zowel in de V.S als in europa razendsnel. De naoorlogse soberheid en zelfbeheersign maakte plaats voor de overdaad en welvaart van de consumptiemaatschappij en de korte periode van optimisme tijdens de kennedy jaren.
Clement greenberg:
Na de bombast van het abstracte expressionisme is het nodig om meer gedisciplineerde, formele kunst, een k unst die het wezenlijke onderkende en zich daarop richtte en, zo vervolgde hij, de schilderkunst kan niet verder worden gereduceerd dan tot twee basisconventies of normen: het platte vlak en de begrenzing van dat vlak.
De kunstenaar wier werk voldeed aan de gewenste koelheid, beheersing en elegantie waren Morris, noland en olitski.
Jasper Johns en Robert Rauschenberg
Deze kunstenaars werden destijds neo-dada genoemd, al was de connectie heel vaak. Maar beide schilders verwerkten figuratieve beelden en zelfs herkenbare voorwerpen vaak van het meest banale soort, in hun werk.
Jasper Johns:
Ik voel mij tot dit soort onderwerpen aangetrokken omdat ze conventioneel en onpersoonlijk, vertrouwd en voor iedereen beschikbaar zijn. dingen die de geest al kent. Ze boden me de ruimte om op andere niveaus te werken. Ze boeien me omdat ze eerder de wereld dan de persoonlijkheid opriepen en ging daarmee in tegen de principiële uitgangspunten van het abstract expressionisme.
Rauschenberg maakt schilderijen waarin echte objecten, onder meer foto’s, zijn vastgemaakt op of gecombineerd met het geschilderde oppervlak.
Pop Art
De belangrijkste reactie die het abstract expressionisme uitlokte zou echter veel brutaler zijn dan het werk van Johns of Rauschenberg. Pop art wordt omschreven als onpersoonlijkheid tot stijl verheffen door gebruik te maken van de beeldtaal van de reclame en andere massamedia.
Hamilton:
streeft naar een nieuw soort kunst dat begrijpelijk, vergankelijk, vervangbaar, goedkoop, massaal produceerbaar, jong, geestig, sexy publiciteitsgericht, glamourous en een commercieel succes zou zijn. Het was niet bedoeld als smalende commentaar op onze maatschappij
Fotografische beeldtaal.
Het belang dat de fotografie in de jaren 0 en meer in het algemeen, aan het eind van de twintigste eeuw zou krijgen in het werk van kunstenaars als Gilbert en George, Sherman, kondigde zich in de jaren 60 al aan in het werk van Andy warhol en andere pop-kunstenaars. Achteraf gezien zou zelfs gesteld kunnen worden dat het hele karakter van dat traumatische decennium door fotografen indringender zijn uitgedrukt dan door welke andere kunstenaar ook.
Minimalisme en conceptuele kunst
De meest uitgesproken Amerikaanse beweging van alle naoorlogse artistieke stromingen was die van de minimal art die volledige zuiverheid en en integriteit van de kunst nastreefde, har wilde reduceren tot het intrinsieke van haar medium en alles wilde uitbannen wat daar niet toe beohort. Door de middelen van de kunstenaar tot een zichtbaar minimum te beperken, hoopte men een unitaristische activiteit te bewerkstelligen, een activiteit die een geheel vormde en tevens een ervaring van soortgelijke aard voor de kijker.
Niet alleen expressie verdween, ook illusie en zelfs elke toespeling op symbolen of metaforen, en kunst werd een intellectueel spel waarin de vorm van het kunstwerk en de identiteit van de maker van geen enkel belang waren.
Earth art en land art
De zogenaamde vergankelijke werken van Christo bestaan in de allereerste plats in de geest van de kunstenaar. Een aantal ervan zijn nooit gerealiseerd maar ze blijven bestaan als concepten.
Fotorealisme en new image painting
Het extreme purisme en formalisme van het minimalisme leiden natuurlijk tot reacties, waarvan het fotorealisme, de meest uitgesproken is, hoewel deze stroming vaak verkeerd is begrepen. In plaats van een herleving van het academische realisme is deze stijl even objectief en objectgericht als het minimalisme zelf.
Body art en process art
Het uitgangspunt van alle postminimalistische en conceptuele kunst is dat het project van de kunstenaar van minder belang is dan het idee en het proces die aan het ontstaan voorgingen en waarvan het werk slechts de neerslag vormt, vandaar dat de coneptuele kunst zich zo intensief met fotografie bezighield.
Modernisme en postmodernisme
In de loop van de jaren 70 werden de puristische tendenties van post painterly abstraction tot en met minimalisme, steeds meer gezien als de laatste fase van het modernisme en steeds meer leken zij de gehele moderne beweging ontvakelijk te maken voor het verwijt van artistieke navelstaarderij. Vooral in de VS, waar het minimalisme zijn meest extreme vormen kreeg.
John Perrault:
Op het ogenblik hebben we meer nodig dan stille kubussen, lege doeken en glanzende witte muren. Wij zijn doodziek van kille piazza’s en eentonige gordijngevel – wolkenkrabbers.
Het protest tegen dit soort stadsontwikkelingen was steeds luider gaan klinken. Zo waren er hartstochtelijke oproepen om terug te keren naar het traditionele stadsleven met zijn maatschappelijke en professsionele diversiteit, naar de straat als sociale ontmoetingsplaats en de vermenging van oude en nieuwe gebouwen.
Vijandigheid ten aanzien van het purisme en de onpersoonlijkheid van de internationale stijl werd kort na 1945 al merkbaar in belangrijke werken van Frank Lloyd Wright en Le Corbusier.
Le corbusier drijft spot met alle geometrische rationele principes. In de hele wereld leidden deze werken aan het eind van de jaren 50 begin van de jaren 60 tot tal van gelijksoortige sculpturale bijna irritationele agressief ruwe en stoere brutalistische bouwwerken.
Het modernisme in de bouwkunst werd vervangen door iets dat bewust minder idealistisch en ernstig was maar democratischer van aard zou zijn.
De stroming in architectuur en vormgeving die bekend staat als ‘’hightech’’ eerder een concept of benadering van bouwkunst dan een stijl. En staat in zekere zin lijnrecht tegenover het postmodernisme. Het zorgvuldig vermijden van elke verwijzing, naar lokale bouwstijlen en populaire smaak is in dit opzicht kenmerkend voor de geest van deze beweging. Hightech baseert zich op de moderne technologie en streeft de sobere eenvoud en lichtgewichtprecisie van bijvoorbeeld vliegtuigbouw na, zonder daar in esthetisch opzicht bovenuit te willen stijgen.