zondag 10 april 2011

van postimpressionisme tot surrealisme



1880 - 1910
Symbolisme
Gauguin, redon
1890-1910
Jugendstil, Art Nouveau
Guimard, horta,henry van der velde, olbrich, otto wagner/ gaudi mackintosh
1906-1914
Kubisme
Picasso/ Braque/gris, leger/ delauney

                  1907-1910       Analytisch kubisme


                  1910-1912       Hermetisch kubisme


                  1912                  Synthetisch collage  letters, cijfers in schilderij


                  1913                  Kandinsky komt op bezoek, meer kleur in schilderij

1989- 1908
FR Fauvisme
Matisse/ maurice de vlaminck/ kees van dongen, munch/ nolde/ kirchner/ mueller/kandinsky/marc
1905 - 1940
DL Expressionisme

1909- 1915
Futurisme
Balla/ boccioni/ severini/ sant’elia
1915 – 1924
Dada
Duchamp/ arp/ max ernst/ hausmann/ schwitters
1912-1927
RL Rayonisme, suprematisme, constructivisme
Larionov/ goncharova/ malevich/ tatlin/ naum gabo/ altman/ el lissitzky/ suetlin/ popova/ stepanova
1917-1931
De stijl
Mondriaan/ bart van der leck/ theo van doesburg/ oud
1919-1932
Bauhaus
Grophius/ mies van der rohe/ moholy nagy/ klee/ marcel breuer
1923-1940
Surrealisme
Rousseau/ de Chirico/ Chagall/ dali/ max ernst/ tanguy/ miro/ magritte/ delvaux / Karel willink/ giacometti

1890-1910
Jugendstil, art nouveau, Catalaans modernisme
Horta/ gaudi/ olbrich/ otto wagner
1910-1940
Het nieuwe bouwen


                    1900-1920       Rationalisme
berlage

                   1910-1940         functionalisme
gropius

                    1919-1933         bauhaus
Mies van der rohe

                    1917-1931          de stijl
rietveld

                   1920-1940            nieuwe zakelijkheid
Taut, bruno

                   1918-1940            internationale stijl (
Le corbusier

                    1917-1930           constructivisme
tatlin
1910- 1940
Organische architectuur


                    1910-1940            expressionisme
Steiner,

                   1910-1940             amsterdamse school 
De klerk








Post – impressionisme 1890-1910
Impressionisme is tot 1890. Post impressionisme is een stroming van 1890 tot 1910. De impressionisten hadden interesse in wat de gegoede burgerij mooi vond. Je ziet de bourgeoisie in schilderijen vaak zwemmen, varen, met hun fabrieken op de achtergrond à hun kapitaal.
Chevreul: het menselijk oog mengt puntjes, het was toen het tijdperk van de fotografie. à krantenfoto bestaat uit puntjes.
Je ziet vreemde afsnijdingen, figuren die voor aan worden geplaatst. De compositie wordt bepaald door een foto. Zo kunnen personen er bijvoorbeeld niet volledig op staan.
- Seurat(pointilisme
- Signac
- morbelli
Symbolisme 1880-1910
Elke stroming houdt zich bezig met een vorm van de werkelijkheid weergeven
à het idee à de zichtbare werkelijkheid (vroeger) maar die veranderd. (rode auto is avonds niet rood.)  bij het symbolisme wordt ook de niet zichtbare werkelijkheid weergegeven. Ook zijn symbolen heel erg belangrijk. Iets wat als het ware voor meerdere dingen kan staan. - Gustave Moreau
- Redon
- Beardsley
- Puvis de Chavannes
- Denis
In het symbolisme had je een groep: Nabis dit waren kunstenaars die samen werken in 1 atelier. 1 van de deelnemers was Vuillard. Ze gaan experimenteren met kleuren want dit onderstreept de sfeer en het tempo. Gauguin neemt een element van deze tijd en combineert dit met een verhaal van voor christus à vorm van abstractie. - Vuillard
- Serusier
- Gauguin ( kan zich niet vinden in moderne kunst, hij is op zoek naar het oorspronkelijke)
In de renaissance wordt het lineaire perspectief uitgevonden: een logische voorgrond naar achtergrond. Gauguin bouwt de ruimte op in horizontale lagen: stapeling. De samenhang tussen voor en achtergrond verdwijnt. ß tot hier groep Nabis.
Het impressionisme gaat uit van objectkleuren. Van Gogh gebruikt kleuren om een stemming weer te geven. hoe geef je zuid Frankrijk met zijn warmte weer? Hij is een voorloper van het expressionisme. - Van Gogh ( geeft een duidelijke overgang weer tussen impressionisme en expressionisme. Kleuren bepalen de sfeer in zijn schilderijen
- Cezanne ( is de vader van de moderne kunst, hij is bezig met vormenleer
Jugendstil Art Nouveau 1890=1910
Jugendstil = de nieuwe kunst
à afzetten tegen traditionele kunst. Dit gebeurt in de grote industriesteden: Parijs/ Glasglow, Brussel, Wenen, Praag. De nieuwe rijken zijn rijk geworden door de industriële revolutie. Zij beheren veel fabrieken waar veel mensen werken. Wat te doen met al dit verdiende geld? à ze wilde zich onderscheiden van de oude rijken (kerk, adel, staat) : nieuwe beeldtaal ( eerst had je dorisch, ionisch, timpaan, de klassieke elementen horen bij de oude orde.) De nieuwe orde wil zich afzetten.
Kenmerken:
- Ambachtelijkheid (= uniek)
- Assymmetrie: het komt duidelijk niet uit een machine.
- dure materialen (goud i.p.v. lood)
- nauwkeurig afgewerkt
- organische vormen
à natuur als uitgangspunt.

De nieuwe rijken reizen per tram, en alles is in Jugendstill en elke entree is dus anders. ‘’hun’’ zuilen referen naar boomstammen.
Galle was een belangrijk glasblazer in Jugendstill. Je krijgt echte siervazen die geen andere functie hebben behalve de sier.
Ze ontlenen hun decoraties aan de natuur.
Henry van de velde maakt gebruiksvoorwerpen en heeft ook een huis ontworpen. Later werd hij directeur van het Beauhaus. Hij ging servies ontwerpen, sierlijke lijnen, ook afficies. Het is zo decoratief dat het bijna non figuratief is. In WO 1 heeft Henry geen studenten meer en stopt hij met de school.
-          Guimard (ondergrondse metropolian in parijs)
-          Gale
-          Henry van de velde ( allervroegste sticher van het bauhaus, toen het nog een school voor jugendstill was)
-          Horta
-          Toorop
-          Endell
-          Olbrich
-          Otto Wagner
-          Klimt
Guell was fabrikant van tegeltjes. In 1896 heeft hij kennis gemaakt met Ebenezer Howard die heeft het boek City Garden geschreven à fabriek steden voldoen niet. Het komt arbeiders ten goede als ze in moie gebouwen wonen. Guell vond dit een goed idee. Hij wilde een dorp stichten, er zijn maar een paar delen gerealiseerd. Het centrale dorpslein en 2 gebouwen. Hij heeft zich laten inspireren door de natuur: planten, grotten: zijn theorie: trekkracht is drukkracht als zuilen schuin staan vangen ze meer neerwaarse druk beter op.
-          Gaudi ( hield zich bezig met drukkracht = trekkracht, Barcelona
Hij heeft ook een appartementencomplex voor 4 families gebouwd. Het was de eerste keer dat een stedelijke villa een inpandeleijke garage had. Je ziet veel bronzen smeedwerk bij balkons, bladeren op het dak, schoorstenen à hij lette op elk detail. Veel voorbeelden van toegepaste kunst bijv badkamer, keuken, alles is in jugendstill weergegeven = totaal kunst.
Ook in oosteuropa vind je jugendstill terug. Het was een internationale stijl bij industriesteden
-          Alois korda
-          Bendelmayer
-          Bilek
-          Mucha ( ontwerper van affiches en sierraden
-          Mackintosh ( symmetrie, glas in loos, veel wit en hoge stoelleuningen. Vooral zijn stoelen zijn wereldberoemd.
-          Beardsley
-          Tiffany

Kubisme 1906-1914

Fundamenteel breken met de kunst van de oude wereld à uitvinding van Picasso. Picasso komt uit omgeving Parcelona en verhuisde naar Parijs. Hij ging naar de tentoonstelling van Cezanne en kwam op de vondst van het kubsme. Subject ,ß à object. Wie/ wat overheerst? Picasso wil niet de werkelijkheid vanuit 1 punt weergeven maar vanuit alle punten. Hij verbind alle blikpunten met elkaar = Kubisme. Het is een studie naar vorm en taal die weinig nadruk legt op kleur. Dit zou afleiden.
1e periode van kubisme is analytisch kubisme (1907-1910) Picasso is opzoek naar het weergeven van organische vormen in een kubistische vormentaal.
Hermetisch kubisme 1910-1912 gebarsten spiegel, meerduidig  het geeft een verbrokkeld aanzicht weer, is een samengesteld beeld.
Picasso ontdekt synthetisch collage, tot 1912, was de relatie kunst en wereld eenduidig. Kunst is een afspiegeling van de zichtbare werkelijkheid. Nu worden er letters en cijfers in een schilderij gestopt.
In 1913 komt kandinsky op bezoek. Daarvoor was picasso vooral de vorm aan het studeren, nu komt er ook wat kleur in zijn werk.
-          Picasso
-          Braque ( werkte samen met picasso in hetzeldfe atelier
-          Gris(kleurloze schilderijen
-          Leger ( ontdekte het tubisme, door gebruik te maken van cilinderachtige vormen
1910.1911 Kandinsky bezoekt parijs: kubisten: Delauney.
Er ontstend een mengvorm tussen kleurloze kubisme en wat kandinsky had ontwikkeld:
Orfisme = schilderen op basis van het horen van muziek. Kleur was gekopppeld aan geluid. Geel stond bijvoorveeld voor een koperinstrument. Hjet onderwerp speelt geen rol meer, kleur des te meer. Ook vind je in deze stroming veel contrasten: vormcontrast, kleurcontrast, lijncontrast, orphisme is eeno vergangsvorm tussen kubisme en abstracte kunst.
-          Delauney
-          Kupka
-          Duchamp
-          Archipenko
Vorm van kubisme bij architectuur vind je alleen maar in tsjechie.
-          Gocar
-          Chochol
-          Wortruba

Fauvisme (FR 1989-1908) en expressionisme (DL 1905-1940)

Sommige kunstenaars zijn niet alleen in vorm maar ook in kleur geïnspireerd. De kleuren worden zelfstandig en los van het object gebruikt. De kunstenaars leggen veel nadruk op omtreklijnen à primitief = kunst van de wilde mensen.
-          Matisse
Kleur geeft de essentie weer van een bepaalde vorm maar soms kun je dingen helemaal niet meer aanwijzen. Net zoals bij het kubisme wordt ook het expressionisme steeds abstracter. Vanaf 1910 krijg je non figuratieve kunst.
-          Derain
-          Duffy
-          Maurice de Vlaminck
-          Marquet
-          Kees van Dongen
-          Munch
Je had 2 groepen expressionisten:
-          Die brucke : brug : omgeving dreesden, fabrik, 1905-1914
-          Die blaue reiter : munchen
Die brucke
Freud oorsprong mens = uitgangspunt expressionisme. Schilders willen terug naar de basis. Hoe zag de mens er oorspronkelijk uit? Wat hebben ze gedaan? Ze zijn geintresseerd in naakt, meer oorspronkelijk dan de geklede mens. Er is geen bodschap aan de academische regel.
Expressionistische affiches richten zich op houtblok drukken à ME techniek. Het hout is de stempel, grove vlakverdeling.
-          Nolde
-          Kirchner
-          Pechstein
-          Mueller
-          heckel
Kandinsky
Hij gebruikt kleuren zelfstandig. Ze worden los gezien van de object kleuren, hij is nog wel gebonden aan de vormentaal het is nog niet figuratief.
Hij schreef 2 boeken en werkt ezijn theorieën helemaal uit en denkt na over lijn. Elk lijn staat voor iets. Kleuren en lijnen zijn de basis elementen
à onderzoekt basis van de kunst.
Eerst gaf hij nog titels mee aan zijn werk waardoor er een identificatie plaats vind. Later ging hij over op composities en een nummer. Kandinsky luisterd naar muziek, en er komen denkbeelden van beweging bij hem op.
Een compositie is een rangschikking van kleuren en lijnen. Niet het idee dat het iets moet voorstellen.   Hij gaat over op titels die we ook in de muziek kennen. Legt het iniatief bij de toeschouwer in plaats van de schilder. De toeschouwer bepaald wat hij erin wil zien. Kandinsky was de voorloper van de Blaue reiter
Blaue Reiter
Titels intrigeren, situatie is niet werkelijk, kleur is geen object kleur. Vanaf 1910,1911 laat het kubisme zijn invloed gelden.
-          Kandinsky
-          Marc
-          Macke

Futurisme 1909 -1915

Futurum = toekomst. 1909: Marinetti gebruikt franse krant om een manifest uit te geven: berciht van de idealen waar men voor staat. Vanaf dat moment begint elke stroming met een manifest. Men wil bij een groep horen, verenigd zich.
Het is een rechtste beweging op zoek naar oorlog. Het is een manlijke stijl: vrouwen zijn zachtaardig in Wo1 gaan alle futuristten vechten en sterven, behalve Balla. Hij blijft jaren lang nog leven en is symbool voor het futurisme. Hij maakt alle ontwikkelingen door en organiseert in rome zijn eigen begrafenis. Dit vond men een prachtig idee, ik ga de oude balla begraven, futuristische balla. Alles in zijn leven was futuristisch. Zijn dochters heten licht en propellor. Elektrisch licht is een moderniteit, de futuristiten maken gebruik van oude schildertechnieken en gaan ook niet op zoek naar nieuwe.
-          Balla ( hij is de oudste en mocht daarom niet meer de loopgraven in. Hij heeft wel zijn eigen begrafenis georganiseerd, bij de stoet liep hij zelf voorlop
 Geweld is manlijk en ze proclameren een agressieve houding. Ze verheerlijken de moderne wereld, elektriciteit, fabrieken, vliegtuigen.
Futuristen hielden letterlijk van de beweging en niet van de illusie: nike staat symbool voor de beweging met zijn diagonale houding, hier waren hun het dus niet mee eens.
Ze mispreizen het feminisme, vaderlandsliefde en militairisme is belangrijk.
Musea zijn gebouwen war je oudheden bezoekt: alles uit verleden is onzinnig en we moeten streven naar de toekomst, weg met de musea.
Suggestie van beweging: futuristen zoekt kunst met een 4de dimensie: beweging. We begonnen met 2d (prehistorie) toen 3D: renaissance, perspectief, vanaf 1900: 4d gaan zien.
Balla is op zoek naar beweging van een zichtbaar figuur. Groot verschil met het kubisme: ding wordt vanuit alle kanten bekeken, objectie vorm van waarneming. Nu wordt vanuit een stilstaand standpunt het ding bekeken.
Later wordt ook de titel abstract en is er geen samenhang meer in woorden.
Hij raakt ook geintresseerd in abstracte beweging: beweging van de menselijke geest: fantasie: hoe geef je die weer?  Vanaf 1913,1914 krijgt non figuratief element de overtoon.
Men heeft belangstelling voor anarchie: wetteloosheid, alles afbranden en weer opbouwen. Futuristen willen ook alles afbouwen.
-          Carra ( begon figuratief en eindigde non figuratief
-          Boccioni
Boccioni voelt de neiging om abstracte elenten toe te voegen, beweging van het mentale, 1911=1912 mensen na laten denken over titels.
Het stilleven is het icoon van de academie. Hij neemt het stilleven om beweging weeer te geven, bijna onmogelijke opgave en hij gaat dingen weg laten.
1912 picasso vindt college uit. Boccioni gebruikt dit ook.
In 1914 is het non figuratief. Er zijn toekomst steden getekent, deze zijn niet gerealiseerd.
-          Severini
-          Sant’elia
Ze vonden sirenes mooier klinken dan instrumenten, gaan met nieuwe instrumenten experimenteren.
-          Russolo

Dada 1915-1924

1914-1918 Wo 1 niemand had vewracht dat die oorlog er zou komen. Menselijk ratio is sterk genoeg om te voorkomen dat er een oorlog plaats vind. Toen dit wel gebeurde was iedereen overtuigd dat het kleinschalig en kort zou duren. Het ging echter jaren duren. 1915 kwam dada op: vonden dat ze waren misleidt: tegen de oorlog. Beeldtaal was anti oorlog. Rationalisme heeft gefaald. Alles wat met de ratio te maken heeft werd weggegooid. Daardoor kwamen ze met onzintaal: normale taal is niet te vertrouwen. Het is een vorm van veelzijdige kunst, dans, cabaret, concerten, men sprak tijdens deze avonden over onzin.
Marcel Duchamp
Hij is tot jaren 30 proffesioneel kunstenaar gebleven, toen werd hij schaker. Het gaat om de toevalligheid: composities hebben niets met elkaar te maken.
Ze ontkennen compositie = rationalisme. Ze willen geen controle meer uitvoeren toeval is belangrijk, geordende wijze van denken leidt tot verschrikkelijke dingen. Zin schiet te kort in deze oorlogs situatie.
Dada ontstond in Zwitserland, Zurich. Duchamp was de voorman. Ze kwamen samen in cabaret voltaire vanaf 1916
Elementen van al gemaakte voorwerpen in kunst terug brengen = er is al voldoende moois gemaakt,
Duchamp zijn hoogtepunt is de pisbak. Later werd al zijn werk opgenomen in gallerijen het werd dus kunst. dat was niet de bedoeling.
-          Duchamp
-          Arp ( de toeval van papier, collages
-          Max ernst ( machines ontworpen op papier, hij werd later surrealist
In 1922,1923 gaan de dadaïsten over op surrealisme. Belangrijke beweegreden: tijd van de anarchie is voorbij, surrealisten laten hun hoop varen op het communisme.
-          Hausmann ( de mens is een moordmachine
-          Schwitters ( maakte kunst van weggegooide spullen en deed aan Merzbouw
-          Theo van doesburg

Rayonisme, suprematisme en constructivisme (Rusland 1912-1927

De stromingen hangen samen met de moderne kunst in Rusland. Het is de beeldtaal van de russische revolutie die in 1916 uitbrak. De non figuratieve kunst werd toen uitgeroepen tot officiële staatskunst. Dit is de eerste en laatste keer dat dit gebeurde. In 1928 draaide Rusland de rollen om en werd figuratieve kunst verplicht gesteld.
Rayonisme optelsom moderniteiten
Rusland werd geleid door een tsjaar. In 1917 werd de keizer opgehangen. Er was toen een turbelente periode van groeperingen die de macht willen grijpen. Vanaf 1921 zijn communisten aan de macht. Het was een slechte voedingsbodem voor kunstenaar s à gingen naar europa (kandinsky ) daar volgen ze de ontwikkelingen en nemen deel aan moderne kunst in europa.
-          Larinov
-          Goncharova (vrouw van Larinov)
Suprematisme Hoogste vorm van kunst. Houdt samen met wiskundige elementen. Lijn, punt, cirkel vierkant, rechthoek, driehoek. Op een gegeven moment was de stroming afgelopen. Kon niets nieuws meer bedenken om te schilderen.
-          Malevich (zwarte cirkel)
-          Mondriaan (trok een rechte lijn.
Constructivismenu brak de revolutie uit. Constructivisme was ook een beeldtaal die paste bij de revolutie. Construeren is een nieuwe techniek waarbij je van alles samenvoegt door middel van lessen, schroeven enz. massa is niet het enige dat deel uit maakt van het kunstwerk maar ook de ruimte er om heen. Ruimte is onderdeel van het geheel.
-          Tatlin
-          Rodtsjenko
-          Antoine Pevsner
-          Naum Gabo
-          Altman
-          El lissitzky ( al zijn werken heten proun. Er zitten non figuratieve elementen in. Hij ontwierp voor de staat
-          Nikolai suetin
-          Stepanova ( grote ommezwaai, van non figuratieve kunst naar sociale kunst.
-          Popova ( arbeiders kleding.

De stijl 1917-1931

De stijl was een Nederlandse beweging. Kenmerken van de stijl: primaire kleuren niet kleuren zoals zwart en wit, horizontaal en verticaal.
De stijl werd in 1907 opgericht door Piet Mondriaan, Theo van Doesburg en Jacobus Johannes Pieter Oud in Amsterdam
iedereen die in het tijdschrift de stijl schreef of beschreven werd behoorde tot de stijl.
Mondriaan
Hij  was 43 jaar lang op zoek naar het universele. De universele kunst. De oorspronkelijke kunst hij was niet geïnteresseerd in het individu. Het moest een niet herkenbare menselijke kunst worden. Hij kwam op het idee dat er maar 2 universele lijnen zijn: horizontaal en verticaal.  Hij gebruikt ook open doeken, de lijnen op zijn doek lopen buiten het doek verder, je moet het doek dus groter denken.
-          Huszar
-          Bart van der Leck (mijntriktiek
-          Theo van Doesburg
-          Georges vantongerloo ( past uitgangspunten van de stijl toe in beeldhouwkunst
-          Robert van’t hoff
-          Rietveld ( bouwkunst van de stijl, het rietveldhuis
-          Oud ( pre fab woningen
-          Theo van doesburg
In 1922 kregen Mondriaan en Theo van Doesburg ruzie. Was de diagonaal nou een hoofdlijn of niet? Mondriaan vond het een compromis tussen de verticale en horizontale lijn, Doesburg vond het wel een hoodlijn. Toen stapte Mondriaan uit de stijl.

Bauhaus – 1919-1933

Begon in Weimar in 1919, toen ging de beweging naar Dessau (Hitler) in 1924 en toen naar Berlijn. Het is een school waar Kandinsky en Paul Klee les gaven. Het begon in 1919 met een Manifest: bouwkunst is de moeder der kunsten. Ze moeten weer terug naar de bouwplaats à handwerk, kunstenaar is een veredeld ambachtsman. Het Bauhaus was links en een grondlegger voor moderne kunst.
-          Gropius ( Ontwierp schoolgebouw in Dessau, glas is aan het dak opgehangen, pijlers steunen het dak, op den duur liet hij in zijn bouwwerken alle detaillering weg. Geen raamkozijnen, regenpijpen meer. Nieuwe materialen waren ijzer en glas.
-          Mies van der Rohe. (introduceerde nieuwe woonideaal. Geen scheiding leefruimtes, natuurlijke grens binnen en buiten, weinig details.
-          Schlemmer
-          Moholy Nagy
-          Paul Klee ( docent die moeilijk lag, was te poëtisch, hele persoonlijke manier van schilderen.
-          Marcel Breuer (gign over op buizen, onpersoonlijk mechanisch materiaal. 1e keer stoel op 2 poten
-          Marianne Brandt
De school heeft veel modellen op gezet die we nu nog steeds kennen (kleurencirkel van itten, simultaan contrast,

Surrealisme 1923-1940

Is afgeleid van het super realisme: boven de werkelijkheid. Begon in 1923 maar daarvoor waren kunstenaars al fantasievol:
-          Henri Rousseau (grondlegger naive schilderkunst fantaseerde over plekken waar hij niet was geweest
-          Chagall
De chiricoHij noemde zijn schilderkunst scuola metafysicia: school boven natuurlijk. Er klopte verschillende dingen niet in zijn schilderijen: schaduwen staan niet goed , belichte objecten terwijl de zon anders staat, perspectief, verdwijnpunten kloppen niet
1923 discussie tussen dichter tzara en breton. Waar moet het dadaisme naartoe? Wat is het einddoel? Dada: afbraak van wat is opgebouwd. In 1923 heft dada zich op. Veel dadaïsten schrijven zich over op surrealisme à communisme.
De surrealisten gingen ervan uit dat je weinig controle had over je eigen denken
Freud: oerdriften: liefdes, doodsdrift. Dit wilde ze verbaal verbeelden over door middel van tekenen schilderen. Er waren verschillende manieren om dit te doen:
-          1) Papier vouwen (chadavre, spontaan reageren, controle uit schakelen)
-          2) doodles  ( Masson, Chadavre
-          3) het doek boven een keers bewegingen, er ontstaan rookvlekken, associaties bij deze walmplekken ( wolfang paalen)
-          4) verf spuiten op doek, doek dubbel vouwen ( dominguez)
-          5) schilderen van droombeelden (dali, max ernst )

-          Masson
-          Tanguy
-          Miro
Magisch realisme: Belgische schilders scheppen 2 werelden en voegen die samen tot 1 wereld. Is het wel of niet een pijp?
-          Magritte
-          Delvaux ( eenheid tijd plaats en handeling door elkaar)
-          Carel Willink (oudheid, nieuwe tijd
-          Pyke koch
-          Dick ket
Surrealisten die niet bij het magisch realisme horen (maar er toch nog in staan…
-          Man ray
-          Giacometti
-          Meret ooppenheim
-          Victor brauner

Bouwkunst 1900-1940
Jugendstill/ art nouveau/ Catalaans modernisme (1890-1910)

Kenmerken
-          Doelgroep rijken
-          Ambachtelijk
-          Teruggrijpen op de vormtaal van de natuur
-          Rijke materialen
-          Assymmetrie

-          Horta
gaudi ( zuil zit niet verticaal maar onder bepaalde hoek om nog meer daagkracht te creeren
Olbrich
otto wagner

Het nieuwe bouwen 1910-1940 De nieuwe zakelijkheidRationalisme 1900-1920 Berlage
Functionalisme 1910-1940 Gropius
Bauhaus 1919-1933 mies van der rohe
De stijl 1917-1931 rietveld
Nieuwe zakelijkheid 1920-1940 bruno, taut
Internationale stijl 1918-1940 le corbusier
Constructivisme 1917-1930 tatlin
Loos schreef een essay: relatie tussen ornament en criminaliteit à overbodige arbeid terwijl er heel veel slobbewijken zijn. Besteed meer aandacht daaraan in plaats van het rijke centrum. Hij wilde geen kapitelen aan zuilen, wilde alles zo recht mogelijk hebben en zonder vorm van decoratie bouwen.
Loos
Frank Lloyd Wright
1) zoekt naar relatie cultuur en natuur
2) horizontaliteit benadrukken
3) overgangsgebied tussen binnen en buiten ( terras, balkon
-          Frank Lloyd Wright
-          Robert Van’t Hoff
Hoogteput nieuwe zakelijkheid laat een belangrijke wending zien. Aan de ene kant teruggrijpen op oude elementen, aan de andere kant modern.
-          Behrens
Gropius is een icoon van de 21ste bouwkunst. Hij maakt voor de eerste keer een hoek van glas. De zuil draagt het dak, dak is zo sterk dat de glaswand er aan is opgehangen. Zijn nog wel veel decoratieve elementen.
-          Gropius
-          Rietveld
-          Mies van der Rohe
Le corbusier: 1) gebouw staat op palen, neemt niets af van de aarde  à voegt groen toe.
2) platte dak
3) muren niet dragend, skeletbouw en rondom glazen
4) halve verdieping
5) verdieping over meer dan 1 verdieping.
Belangrijk bouwexperiment alle grote architecten worden gevraagd om in een wijk sociale woningen te plaatsen
-          Corbusier
-          Oud
-          Mies van der Rohe

-          Van der Vlugt en Brinkman
-          Peutz
-          Duiker
-          Meerman van der Pijl

Organische architectuur 1910-1940

Expressionisme: 1910-1940 Steiner
Amsterdamse school 1910-1940 de Klerk
-          Perret
-          Max Berg
-          Hans poelzig
-          Fritz Hoger
-          Mendelsohn
-          Taut
-          Steiner
-          Van der Mey
-          De klerk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten